Leeuw van Waterloo, Wellington museum, La Morne Plaine, Laatste hoofdkwartier van Napoleon, Plancenoit


Lees meer
In België brak een lange periode van vrede aan, kortstondig onderbroken door de onafhankelijkheidstrijd met Nederland, waarna onze jonge natie zich al gauw ontpopte tot een van de leidinggevende industriële mogendheden van Europa. De kolen- en staalindustrie legden de basis van een spectaculaire economische groei, waarbij ons land uitgroeide tot een van de rijkste te wereld. In 1870 liet de Franse keizer Napoleon III, neef van Napoleon Bonaparte, zich overhalen om de grote rivaal Pruisen de oorlog te verklaren. Het Franse leger, dat slecht voorbereid aan de campagne begon, leed een zware nederlaag (le grand débacle) te Sedan (1 september 1870). De tot keizer gekroonde koning Wilhelm besliste om Elzas-Lotharingen te annexeren, wat later zou leiden tot een nog bloediger conflict. Als gevolg van de aanslag op de Oostenrijkse kroonprins Frans-Ferdinand te Sarajevo op 28 juni 1914 en door het in werking treden van wederzijdse verbintenissen tot gewapende steun indien een van de verdragspartners werd aangevallen, kwam het tot een gewapend conflict tussen de Triple Entente (Frankrijk, Groot-Brittannië en Rusland) en de Triple Alliantie (Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië dat zich voorlopig buiten het conflict houdt). Op 3 augustus 1914 valt Duitsland België binnen, de kortste weg naar Parijs. Het Britse Expeditieleger komt ons ter hulp en raakt voor het eerst slaags met de Duitser bij de Slag om Bergen, op 23 augustus 1914. In een geordende terugtocht verliezen de Britten dag na dag een deel van hun troepen, maar de oprukkende Duitsers verliezen kostbare tijd zodat de Fransen de kans krijgen zich te reorganiseren achter de rivier de Marne om uiteindelijk in de tegenaanval te gaan in het beruchte Marne offensief van 5 tot 12 september 1914 en de oorlogskansen keren zich. Toch zouden er nog honderdduizenden Britse Gemenebestsoldaten moeten worden ingezet in België en Noord-Frankrijk waar zij schouder aan schouder vechten met hun Franse en Belgische bondgenoten in een poging om de taaie Duitse weerstand te breken. Ieper en Passendale in Vlaanderen en Vimy Ridge, ten noorden van Arras in Frankrijk worden het toneel van lange, uiterst bloedige gevechten. Van de soldaten wordt een bovenmenselijke inzet, wilskracht en moed gevraagd. Maar uiteindelijk krijgen de Gemenebestsoldaten de overhand, zowel te Ieper als in Vimy en slepen zij de eindoverwinning in de wacht. De wapenstilstand van Compiègne (11 november 1918) en het Verdrag van Versailles (28 juni 1919) trachten een nieuwe wereldorde vast te leggen ten koste van de verslagen partijen, Duitsland en Oostenrijk-Hongarije. Een golf van revanchisme beweegt voortaan het denken en handelen van Duitse en Oostenrijkse politici. Onder de leiding en de inspiratie van een brutale dictator, Adolf Hitler en nadat een niet-aanvalsverdrag werd afgesloten met Stalin op 24 augustus 1939 valt Duitsland op 1 september Polen binnen, om nadien de handen vrij te hebben in het Westen. Wegens het slechte weer stellen de Nazis hun offensief uit tot de lente van 1940, waarna in een blits offensief de Fransen een nieuw debacle ondergaan, bezegeld door een vernederende wapenstilstand met Duitsland en ondertekend door maarschalk Pétain. De zege van de weermacht was zo verpletterend dat vele Europeanen meenden dat een nieuwe orde onder Duitse scepter was geboren. Dit was zonder Winston Churchill gerekend. Hij vroeg en verkreeg de hulp van zijn vriend, Franklin Roosevelt, president van de V.S.A. Door de ondertekening van het Lend en Lease verdrag kon Groot-Brittannië de strijd verder voeren, zowel te land, ter zee als in de lucht. Op D-day, zes juni 1944, landden 150.000 geallieerde troepen op de kusten van Normandië. Het hagenlandschap biedt de Duitsers ontelbare mogelijkheden om hinderlagen op te zetten en scherpschutters in te zetten. Het duurt dan ook onverwachts lang, meer dan twee maanden, vooraleer de geallieerden door de eerste verdedigingslinie te breken, maar daarna hebben zij de weg voor zich alleen. De ene Franse stad na de andere wordt bevrijd, maar terzelfder tijd strekken de bevoorradingsroutes zich steeds langer uit. Door de grondige vernieling van spoorwegen en havens, voorafgaand aan de landing, moet al het oorlogsmaterieel vanuit kunstmatige havens (de zogenaamde Mulberry havens), opgericht voor de Normandische kust, naar de noordelijke en noordoostelijke grensstreken worden vervoerd. In december 1944 bereiken de Amerikanen de Ardennen en Elzas-Lotharingen. Generaal Bradley weigert de troepen winteruniformen te geven. Hij geeft de voorkeur aan de aanvoer van brandstof en munitie. Vooraleer een tankwagen een liter benzine kan afleveren in België, heeft hij, komende vanuit Normandië, reeds drie liter verbruikt! De geallieerde opperbevelhebber, generaal Eisenhower begrijpt dat vooraleer er een massale invasie van Duitsland kan plaatsvinden, de haven van Antwerpen dermate hersteld moet zijn dat er miljoenen tonnen oorlogsgoederen kunnen worden ontscheept. Hitler maakt van een tijdelijke kalmte zowel op het westelijk als op het oostelijk front gebruik om het Ardennenoffensief te lanceren, waarbij hij hoopt te kunnen doorstoten naar Antwerpen. De Slag om de Ardennen begint op 16 december 1944. 200.000 Duitse soldaten overschrijden de grens met België en Luxemburg en zij vinden slechts 83.000 GI’s tegenover zich. De voorhoede ervan wordt onder de voet gelopen en achtduizend Amerikanen worden krijgsgevangen gemaakt. Het geallieerde hoofdkwartier begrijpt dat er snel moet worden opgetreden. Alleen de beste troepen komen in aanmerking om kamp te leveren met de Duitsers. De loodzware en gevaarlijke missie wordt toevertrouwd aan de 101ste luchtlandingsdivisie (de Screaming Eagles) en de 10de tankdivisie. Rond Bastenaken zal een van de hardste veldslagen van de tweede wereldoorlog worden uitgevochten. De Amerikaanse paracommando’s, tankbataljons en luchtmacht geven het beste van zichzelf en ten koste van hoge verliezen kunnen zij het gevaar van een Duitse invasie voorgoed bezweren.
